Met de screening op hiv wordt een eventuele besmetting van de moeder gesignaleerd. Hierdoor kan vroegtijdig actie worden ondernomen om de gevolgen van besmetting van het kind te voorkomen of te minimaliseren.

Stappenplan

Wat doet het laboratorium?

 

actie laboratorium

.

Bij niet-negatieve uitkomst hiv-antistoffen of hiv-antistof/antigeen combinatietest:

  • confirmatieonderzoek op zelfde bloedmonster: hiv-immunoblot. Indien een combinatietest is gebruikt en de immunoblot is negatief dan is ook de bepaling van HIV Humaan immunodeficientie virus (Humaan immunodeficientie virus)-p24-antigeen vereist. Als het HIV-p24-antigeen aantoonbaar is, dan is de definitieve conclusie: HIV-positief. 

Bij negatieve confirmatietest(en): 
  • interpreteer de screeningstest als fout-positief, vervang de uitslag van de screeningstest 'positief' door 'negatief' onder verwijzing naar de confirmatietest(en).

 

Samenvattend: definitieve conclusie is:

  • Positief: hiv-immunoblot is positief na positieve screeningstest.
  • Negatief: hiv-immunoblot is negatief na positieve screeningstest.

Voor meer informatie zie ook 'Aandachtspunten bij de screening op infectieziekten' en 'Screening in het kort'.

 

Berichtgeving door laboratorium 

 

actie  laboratorium

 

.

aan VKZ Verloskundig Zorgverlener (Verloskundig Zorgverlener):

  • Meld een positieve uitslag (met conclusie) na confirmatie dezelfde dag telefonisch aan VKZ in verband met geïndiceerde verwijzing naar hiv-behandelcentrum.
  • Bevestig telefonische uitslag zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch. 
  • Indien confirmatietesten niet zelf worden verricht, wacht dan met verzending van de definitieve testuitslagen (met conclusie) totdat vervolgonderzoek elders heeft plaatsgevonden.

 

.

.

aan RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-DVP Dienst Vaccinvoorziening & Preventieprogramma’s (Dienst Vaccinvoorziening & Preventieprogramma’s):

  • Verstuur conclusies van alle aandoeningen waarop gescreend wordt én de definitieve testuitslagen na confirmatieonderzoek gebundeld binnen 2 weken naar RIVM-DVP.
  • Als zwangere test weigert, geef door: 'bepaling: geweigerd' en 'labconclusie: niet uitgevoerd'.
  • Indien 2 weken na binnenkomst bloedmonster nog geen definitieve conclusie: verstuur al bekende conclusies per aandoening met testuitslagen naar RIVM-DVP, met melding 'conclusies en testuitslagen overige aandoeningen volgen'.