U vindt hier meer informatie over de aandoeningen die zijn opgenomen in het bevolkingsonderzoek PSIE Bevolkingsonderzoek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (Bevolkingsonderzoek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie). U leest ook  welke geneesmiddelen voor de behandeling beschikbaar zijn in het kader van de PSIE en hoe deze moeten worden opgeslagen.

Het bevolkingsonderzoek heeft als doel een aantal ernstige aandoeningen bij de foetus en pasgeborene te voorkomen. Er wordt gescreend op twee groepen van aandoeningen: infectieziekten en erytrocytenimmunisatie.

Screening op Infectieziekten

Met de screening op de infectieziekten hepatitis Bhiv en syfilis wordt een eventuele besmetting van de moeder gesignaleerd. Hierdoor kan vroegtijdig actie worden ondernomen om de gevolgen van besmetting van het kind te voorkomen of minimaliseren.

Ook andere infectieziekten kunnen een risico vormen voor de zwangere vrouw of het ongeboren kind, zoals Rubella of Toxoplasmose. Hierop wordt niet gescreend binnen het bevolkingsonderzoek PSIE en wordt dus ook niet vergoed vanuit de overheid. Meer informatie over infectieziekten tijdens de zwangerschap op: 
www.rivm.nl/zwangerschapeninfectieziekten

hepatitis b

Hiv

Syfilis

Screening op erytocytenimmunisatie

Met de screening op erytrocytenimmunisatie wordt nagegaan of het bloed van de moeder irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA Irregulaire erytrocytenantistoffen (Irregulaire erytrocytenantistoffen)) bevat die een abnormale afbraak van bloedcellen bij het (ongeboren) kind veroorzaken: hemolytische ziekte bij de foetus en/of pasgeborene (HZFP Hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene (Hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene)). Ook wordt de aan- of afwezigheid van het Rhesus (D)- en Rhesus (c)-antigeen (afgekort tot respectievelijk RhD en Rhc) in het bloed van de moeder bepaald. In week 27 (niet vóór zwangerschapsduur 27+0) wordt het bloed van RhD- en Rhc-negatieve moeders nogmaals onderzocht op het RhD- en het Rhc-antigeen en op de aanwezigheid van IEA. Ook vindt bij RhD-negatieve moeders een foetale RhD-typering plaats om de RhD-bloedgroep van het kind te kunnen vaststellen. Tijdige toediening van anti-Rhesus (D)-immunoglobuline aan Rhesus (D)-negatieve vrouwen die zwanger zijn van een Rhesus (D)-positief kind, kan de vorming van RhD-antistoffen voorkomen.

Geneesmiddelen en opslag

U vindt hier informatie over geneesmiddelen voor de behandeling in het kader van de PSIE Bevolkingsonderzoek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (Bevolkingsonderzoek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie) en hoe u deze geneesmiddelen opslaat volgens de ‘cold chain’ richtlijnen.

Geneesmiddelen en opslag